Door de oren van een balance engineer
De toepassing van Pearl ELM-C microfoons voor het gericht registreren van strijkers binnen een groot orkest.
Een review geschreven door Jean-Marie Geijsen, de met een Grammy Award bekroonde balance engineer van Polyhymnia International B.V.
Baarn, 19 april 2023
De projecten die ik in Zürich doe, vereisen veel controle over de individuele orkestgroepen en instrumenten. Vooral de strijkers hebben veel controle en dus isolatie nodig, het lijkt alsof ze nooit te luid in de mix kunnen zitten. Om deze isolatie te bereiken, moet ik directionele microfoons gebruiken en daar begint het probleem. Zoals een bekende balansingenieur van Philips Classics, Onno Scholtze, altijd zei: “je hebt microfoons, dat zijn omni-directionele microfoons, en je hebt equalizers als directionele microfoons”. En in zekere zin had hij gelijk. Elke directionele microfoon heeft een eigen geluid, veel meer dan een omni-directionele microfoon. Dit betekent dat u uw microfoons moet kennen om het best passende geluid te kiezen voor de bron die u opneemt. En in mijn geval, in Zürich, zou ik standaard de Schoeps mk4 of mk41 capsule als ondersteuning op de bovenste strings gebruikt hebben en voor de lower strings de Neumann TLM170. Voor de blazers gebruik ik DPA 4011 en Neumann km140 op koperblazers en percussie. Omringd door de allerbeste microfoonfabrikanten moest deze Pearl ELM-C zich nog gaan bewijzen.
Net als in het geval van de Tonhalle in Zürich, gebruik ik 2 string microfoons per string groep, voor het vastleggen van een grotere selectie van de individuele stringgroepen en de mogelijkheid om de steungroepen als stereo-feed aan de mix toe te voegen. In dit geval was ik van plan om de Pearl ELM-C als tweede groepsmicrofoon te gebruiken, iets meer in de groep geplaatst ter vervanging van de standaard Schoeps mk4. Dit beseffen was een risico. Het veranderen van een beproefd concept en het vervangen van een van de 2 belangrijkste ondersteuningsmicrofoons op de eerste en tweede violen was niet zonder risico. Dus besloot ik de betrokken producer niet van tevoren te informeren dat ik wat experimenten aan het doen was.
Op maandagochtend om 10.00 uur hadden we onze eerste sessie. Zoals gebruikelijk bij een repetitie, heeft het orkest 15-20 minuten nodig om zijn geluid weer te vinden, en daarna was het tijd om snel solo te luisteren op de nieuwe microfoons, echte solo en in de sologroep met de andere string microfoons. En tot mijn grote vreugde pasten deze Pearl ELM-C heel goed. Ze klonken precies waar ik op hoopte. Een mooi verzadigd full body string geluid, nooit hard, nooit agressief en nooit vervormd. Dat was een heel goed begin, maar de echte test, de reden dat ik toch deze Pearl ELM-C gebruikte, moest nog komen. En tegen het einde van de repetitie bereikten we eindelijk het hoogtepunt van het stuk, de grote tutti-finale van de Mendelssohn-symfonie. Hier waren het koper en de pauken bijna overweldigend luid op het hoofdsysteem, soms met moeite om de strijkers te horen. Wetende dat ik misschien wat meer hogere snaren nodig zou hebben in de uiteindelijke mix, begon ik weer naar de groepssolo’s te luisteren. En tot mijn grote vreugde kon ik de snaren duidelijk horen met articulatie en detail, met veel isolatie en helemaal niet weggeblazen door het koper. Dat was een grote opluchting voor mij. Dit was de ultieme test voor deze Pearl ELM-C. Het was de juiste microfoon op de juiste plaats die uitstekend werk deed.
Nadat ik klaar was met opnemen en weer thuis was, deed ik nog wat luister-testen in mijn referentiestudio, de enige plek waar ik geluid echt kan beoordelen. Verwijzend naar de live mix van het laatste concert, bewees dit het feit dat ik de juiste beslissing heb genomen door deze uitstekende Pearl ELM-C op mijn strijkerssectie te gebruiken voor deze opname. Kippenvel als de strijkers steeds meer opwinding toevoegen aan de finale en een steeds hogere climax bereiken zonder ze ooit te verliezen”.
Jean-Marie Geijsen, Polyhymnia International BV, Nederland
Jean-Marie is een van de balance engineers bij Polyhymnia International. Hij heeft met veel klassieke topartiesten gewerkt, waaronder Alfred Brendel, Ricardo Muti, J.E. Gardiner, Valeri Gergiev, Seiji Ozawa, Fabio Luisi en Ivan Fischer. Hij heeft ook twee albums opgenomen voor Andrea Bocelli, “Opera arias” en “Sacred Arias”. Jean-Marie studeerde tussen 1984 en 1988 audio-opname aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, met als specialisatie klassieke muziek met een bijzondere interesse voor barokmuziek.
Van 1988 tot 1990 werkte hij als mastering engineer. Daarnaast werkte hij als freelancer als klassiek opname- en PA-engineer. In 1990 begon hij freelance te werken voor Philips Classics in Baarn als editor en als opname-, remaster- en geluidstechnicus. In 1996 fulltime aangesteld als balance engineer bij Philips Classics. Jean-Marie houdt zich veel bezig met analoge elektronica en de hoorbaarheid van elektronica en kabels.
Zie hier de productinformatie van de Pearl ELM-C
Het bewijs van deze opnamen in Zürich staat hironder. En wil je meteen door naar die tutti-finale, luister dan vanaf 58:14 of klik hier.